De Safe ‘n Seminaries zijn een voorbereiding op het peersvormingsweekend, waar nieuwe peers opgeleid worden in verschillende thema’s. Tijdens het seminarie is er ruimte om vragen te stellen en in interactie te gaan. De inhoud van de drie seminariemomenten zijn hetzelfde. Tijdens de seminarie worden ook momenten voor verwerking van de inhoud voorzien (in de vorm van kleine testjes).
De Safe ‘n Seminaries zijn een voorbereiding op het peersvormingsweekend, waar nieuwe peers opgeleid worden in verschillende thema’s. Tijdens het seminarie is er ruimte om vragen te stellen en in interactie te gaan. De inhoud van de drie seminariemomenten zijn hetzelfde. Tijdens de seminarie worden ook momenten voor verwerking van de inhoud voorzien (in de vorm van kleine testjes).
De Safe ‘n Seminaries zijn een voorbereiding op het peersvormingsweekend, waar nieuwe peers opgeleid worden in verschillende thema’s. Tijdens het seminarie is er ruimte om vragen te stellen en in interactie te gaan. De inhoud van de drie seminariemomenten zijn hetzelfde. Tijdens de seminarie worden ook momenten voor verwerking van de inhoud voorzien (in de vorm van kleine testjes).
Deze module richt zich op het cruciale aspect van familiegericht werken bij problematisch middelengebruik. Deelnemers krijgen inzicht in het belang van het integreren van de bredere context in hun benadering. De nadruk ligt op het ontwikkelen van een positieve attitude en praktische vaardigheden voor effectieve begeleiding. Essentiële contextuele begrippen worden behandeld, en deelnemers worden uitgedaagd deze toe te passen op concrete casussen uit hun eigen werkveld. Diverse modellen voor contextueel werken worden besproken, en de websites www.familiereflex.be en www.kindreflex.be dienen als waardevolle bronnen. Praktische toepassing van theorie op casuïstiek en het betrekken van naastbetrokkenen via psycho-educatie zijn kernpunten.
Tijdens deze opleiding verbreed je als hulpverlener je theoretische kennis, ontwikkel je je vaardigheden verder en reflecteer je in kleine groepjes over je attitude in functie van het werken met mensen met middelenproblemen.
De opleiding zet in op het verwerven van inzichten in de problematiek van verslaving en de professionele aanpak ervan. De opleiding is opgebouwd uit verschillende inhoudelijke blokken:
In deze vorming vertrekken we vanuit een brede blik op comorbiditeit en formuleren daaruit enkele algemene aandachtspunten voor de behandeling van dubbele diagnosepatiënten. Vanuit een pleidooi voor een geïntegreerde aanpak met aandacht voor de biologische, psychologische en sociale aspecten, gaan we na wat dit betekent voor de behandeling van mensen met stemmingsstoornissen in combinatie met verslaving.
Internaliserende stoornissen spelen een belangrijke rol in zowel oorzaak als gevolg van middelengebruik, in een complexe wederkerige relatie. Zo is het samengaan van stemmingsstoornissen en verslaving een veelvoorkomende dubbele diagnose. Depressieve klachten worden met behulp van middelen gemilderd. Daarnaast kan langdurig gebruik deze klachten ook ontlokken of versterken.
We zoeken in deze vormingsdag naar antwoorden op vragen zoals: wat betekent deze combinatie in de praktijk? Waarom komen ze beide zo vaak samen voor? Hoe beïnvloeden beide elkaar? Hoe wordt het vastgesteld? Welke behandelingen zijn er mogelijk? Wat is de impact van deze dubbele diagnose op behandelplan en –uitkomst? Aan de hand van concrete casussen wordt de theorie omgezet in praktijkgerichte handvatten.
Het vormingsweekend bestaat uit een afwisseling van inhoudelijke/praktische sessies en informele momenten om tot verbinding te komen. Dit wilt zeggen dat externen enkel kunnen aansluiten op aanvraag. Gelieve hiervoor contact op te nemen met Shawny Vanhoutteghem.
Tijdens deze opleiding verbreed je als hulpverlener je theoretische kennis, ontwikkel je je vaardigheden verder en reflecteer je in kleine groepjes over je attitude in functie van het werken met mensen met middelenproblemen.
De opleiding zet in op het verwerven van inzichten in de problematiek van verslaving en de professionele aanpak ervan. De opleiding is opgebouwd uit verschillende inhoudelijke blokken:
Cannabis, bier, sterke drank, … ze maken allemaal deel uit van de leefwereld van jongeren. Vrienden drinken of blowen, jongeren experimenteren er zelf mee of gaan nog een stapje verder. De meeste jongeren ervaren hun gedrag niet als zorgwekkend of als een probleem. Nochtans weten we dat jongeren in de jeugdhulp extra kwetsbaar zijn om door middelengebruik in de problemen te komen.
Als jeugdhulpverlener wil je dan ook de vinger aan de pols houden en het met de jongere hebben over zijn gebruik. Maar hoe begin je daaraan?
Programma
Dag 1
Basiskaders die je helpen om:
een zicht te krijgen op specifieke kwetsbaarheden van jongeren en de impact van middelengebruik op de hersenen
een zicht te krijgen op het ontstaan en het verloop van een middelenproblematiek
in te schatten wanneer middelengebruik problematisch is en welke factoren daarin een rol spelen
Opmerken van signalen van problematisch gebruik
Bespreekbaar maken en een inschatting maken van gebruik
Gedragsverandering en motivatie
Korte introductie in motiverende gespreksvoering
Dag 2 gaan we dieper in op hoe je de motivatie van jongeren om hun gedrag te veranderen kan bevorderen. We doen dit aan de hand van motiverende gespreksvoering (Miller & Rollnick), een op samenwerking gerichte gespreksstijl die iemands eigen motivatie en bereidheid tot verandering versterkt.
De basishouding van motiverende gespreksvoering.
De verschillende processen binnen motiverende gespreksvoering.
Gesprekstechnieken om gebruik bespreekbaar te maken (focussen) en de bezorgdheid van de jongere over zijn/haar eigen gebruik en/of de impact hiervan op andere levensdomeinen te vergroten.
Verandertaal en technieken om verandertaal bij de cliënt te ontlokken.
Werkwijze
We werken zoveel mogelijk interactief aan de hand van toepassingsoefeningen en de bespreking van concrete situaties.
Cannabis, bier, sterke drank, … ze maken allemaal deel uit van de leefwereld van jongeren. Vrienden drinken of blowen, jongeren experimenteren er zelf mee of gaan nog een stapje verder. De meeste jongeren ervaren hun gedrag niet als zorgwekkend of als een probleem. Nochtans weten we dat jongeren in de jeugdhulp extra kwetsbaar zijn om door middelengebruik in de problemen te komen.
Als jeugdhulpverlener wil je dan ook de vinger aan de pols houden en het met de jongere hebben over zijn gebruik. Maar hoe begin je daaraan?
Programma
Dag 1
Basiskaders die je helpen om:
een zicht te krijgen op specifieke kwetsbaarheden van jongeren en de impact van middelengebruik op de hersenen
een zicht te krijgen op het ontstaan en het verloop van een middelenproblematiek
in te schatten wanneer middelengebruik problematisch is en welke factoren daarin een rol spelen
Opmerken van signalen van problematisch gebruik
Bespreekbaar maken en een inschatting maken van gebruik
Gedragsverandering en motivatie
Korte introductie in motiverende gespreksvoering
Dag 2 gaan we dieper in op hoe je de motivatie van jongeren om hun gedrag te veranderen kan bevorderen. We doen dit aan de hand van motiverende gespreksvoering (Miller & Rollnick), een op samenwerking gerichte gespreksstijl die iemands eigen motivatie en bereidheid tot verandering versterkt.
De basishouding van motiverende gespreksvoering.
De verschillende processen binnen motiverende gespreksvoering.
Gesprekstechnieken om gebruik bespreekbaar te maken (focussen) en de bezorgdheid van de jongere over zijn/haar eigen gebruik en/of de impact hiervan op andere levensdomeinen te vergroten.
Verandertaal en technieken om verandertaal bij de cliënt te ontlokken.
Werkwijze
We werken zoveel mogelijk interactief aan de hand van toepassingsoefeningen en de bespreking van concrete situaties.